2006/02/28

Wat ikzelf wil weten

Fraters: broeders

www.fraters.nu

En voor wie dat weinig zegt: ‘frater’ is gewoon het Latijnse woord voor broeder. Een frater is geen priester, maar een mannelijke, ongehuwde rooms-katholieke leek die beloofd heeft zijn leven in dienst van het Evangelie te stellen.

Fraters leggen de geloften van gehoorzaamheid, armoede en zuiverheid (ook wel ‘kuisheid’ genoemd) af. Dat klinkt alsof ze zichzelf opsluiten in een eeuwenoude gevangenis, een keurslijf waardoor je van alles niet mag en niet kunt.

Dat het eeuwenoud is, dat klopt. Al sinds mensenheugenis beloven paters, broeders en zusters dat ze gehoorzaam, arm en kuis zullen leven. Maar van een gevangenis of een keurslijf is geen sprake. Bovendien verschillen de geloften niet veel van wat mensen, die wél kiezen voor het huwelijk, aan elkaar beloven: dat ze naar elkaar zullen luisteren, dat ze voor elkaar zullen zorgen en elkaar trouw zullen zijn.

In het dagelijks leven lopen de fraters wel eens tegen de grenzen ervan aan. Maar veel vaker geven de geloften de ruimte om anders te kijken en om – samen met anderen – gelukkiger te leven en te groeien als mens.

Priester

Om te begrijpen wat het eigene van een priester is, is het nodig om even terug te kijken. Jezus riep in het begin van de Kerk de apostelen en zond hen uit om het Evangelie te verkondigen, met de gelovigen de sacramenten te vieren en in Zijn Naam aan de kerkgemeenschap leiding te geven. Op hun beurt gaven de apostelen die taak door aan de bisschoppen en hun naaste medewerkers, de priesters. Een priester is dus in zekere zin een ‘apostel’ van Jezus. Hij mag in Jezus’ Naam leiding geven aan de geloofsgemeenschap, Zijn woorden uitleggen en de sacramenten, vooral de heilige Eucharistie, vieren. Hij doet dat niet alleen. In eenheid met de bisschop en in samenwerking met andere priesters, met diakens, catechisten, parochieassistenten, vrijwilligers en vele anderen, bouwt hij de kerkgemeenschap op. Zo brengt hij de mensen van onze tijd bij Christus en helpt hen de weg naar het geluk bij God te vinden. Hij heeft daarbij vooral aandacht voor de jonge mensen, de gezinnen, de zieken en de mensen die in moeilijke omstandigheden leven. De priester is een ‘goede herder’ naar het voorbeeld van Jezus.

http://www.bisdom-roermond.nl

Het is jezelf in meditatie van het denken distantiëren, waardoor wij niet meer denken maar toekijken. Meditatie is de enige manier waarop we de natuur van de geest telkens weer kunnen onthullen en stabiliseren. Meditatie is dan ook voorbij het overwegen, peinzen, denken en vragen. Het is het aflaten er dus afdoen, het is dan ook een 'gewaarzijn' die onze totale gevoeligheid en een absoluut bewust leven is. Wij zijn 'een en al gewaarzijn', de wereld verschilt in niets van jou. In helder gewaarzijn is er geen aanwezigheid van een denkende geest. Door ons onafgebroken op God en Zijn volmaaktheid gericht te houden, worden de vibraties van ons lichaam verhoogt tot een punt, waar zij zich harmonisch vermengen met die van de goddelijke volmaaktheid en worden er op den duur absoluut één mee. Je vindt Hem vanzelf als je mediteert als je voortdurend God indachtig bent. Wanneer je God indachtig bent, moet je voelen dat jij je eigen onsterfelijke Zelf indachtig bent. Dat heb je vergeten, je weet het niet meer. Vergetelheid verdwijnt door herinnering en onwetendheid door weten. De geest van de yogi is altijd op God gericht, verzonken in het Zelf. Je kunt zo iemand herkennen door alleen maar naar hem te kijken. Zijn ogen staan wijdopen met een ongerichte blik.

www.spiritueeltrefpunt.nl


Geen opmerkingen: